Elke netwerkoperator die een eigen netwerk heeft, heeft de keuze uit verscheidene opties qua topologie om glasvezel uit te rollen. Deze keuze hangt onder meer af van welk publiek hij wil bereiken (woning of bedrijvenparken), de bevolkingsdichtheid en of hij een volledig of gedeeltelijk glasvezelnetwerk wil uitrollen.
Lees meer over:
- Wat zijn FTTH en FTTx?
- Volledige glasvezelnetwerken: point-to-point- en point-to-multipointarchitectuur
- Glasvezel die op verzoek wordt aangelegd (FTTO) of massaal uitgerold (FTTH)
- Wat zijn gedeeltelijke glasvezelnetwerken?
- Gedeeltelijke glasvezelnetwerken met coax van Telenet, Voo NV en Brutélé
- Gedeeltelijke glasvezelnetwerken met koper van Proximus
Wat zijn FTTH en FTTx?
Glasvezel wordt voor verschillende soorten verbindingen gebruikt, zie ook de pagina over de mogelijkheiden van glasvezel. Momenteel wordt in België volop FTTH uitgerold. Als er gesproken wordt over een FTTH-netwerk (Fiber To The Home) gaat het over de glasvezelverbinding waarmee iemand aangesloten wordt op het telecomnetwerk van zijn provider. Bij FTTH komt deze glasvezel tot in de woning, maar er zijn nog andere FTTx-netwerken, zoals:
- FTTB: Fiber to the Building: hierbij komt glasvezel tot in het (appartements)gebouw, de verspreiding binnen het gebouw gebeurt via een ander soort (koper)kabel.
- FTTO: Fiber to the Office: glasvezel tot in het kantoor, dit is typisch voor zakelijke doeleinden.
- FTTC: Fiber to the Cabinet: glasvezel tot aan de straatkast, waarna de huizen via een ander soort (koper)kabel aangesloten worden op die straatkast.
- FTTA: Fiber to the Antenna: glasvezel tot de antenne waarna een draadloos signaal verstuurd wordt.
Zo zijn FTTH en FTTO volledige glasvezelnetwerken (glasvezel tot aan het aansluitingspunt van de eindklant), en FTTC en FTTA gedeeltelijke glasvezelnetwerken.
Volledige glasvezelnetwerken: point-to-point- en point-to-multipointarchitectuur
Wanneer de operator een volledig glasvezelnetwerk wil uitrollen, heeft hij de keuze tussen 2 grote categorieën qua netwerktopologie: point-to-point ofwel point-to-multipoint.
Bij een point-to-pointglasvezelnetwerk is er voor elke eindgebruiker een eigen glasvezelverbinding tot aan een centrale locatie of Point of Presence (PoP). De eindgebruiker deelt deze individuele glasvezelverbinding niet met anderen, en kan dus de volledige capaciteit ervan gebruiken.
De voordelen van dit soort netwerk zijn:
- Een capaciteit die de eindgebruiker niet moet delen met andere gebruikers. Dit leidt tot een hogere capaciteit voor de gebruiker, die perfect symmetrisch kan zijn (identieke upload- en downloadsnelheden).
- Flexibeler voor toekomstige nog te ontwikkelen technologieën (meer futureproof)
- De glasvezel kan gemakkelijk “ontbundeld” worden: dit wil zeggen dat een andere operator er ook van kan gebruik maken door deze glasvezel simpelweg los te koppelen en op zijn eigen netwerk aan te sluiten. Op deze manier is meer concurrentie mogelijk (zie ook deze pagina over het delen van glasvezelinfrastructuur).
- Gemakkelijkere foutopsporing
- Meer mogelijkheden qua dienstkwaliteit (Quality of Service of “QoS” in het Engels)
Bij een point-to-multipointglasvezelnetwerk (of een PON-netwerk) bevinden er zich tussen de centrale locatie en de eindgebruikers een of meer splitters. Deze “splitters” kopiëren het ingangssignaal naar meerdere uitgangslijnen, en verdelen dus het signaal van een glasvezel over verschillende glasvezels. In tegenstelling tot het point-to-pointnetwerk, zijn meerdere eindgebruikers dus verbonden met één en dezelfde optische lijnkaart in het verdeelpunt, en delen ze de capaciteit van de glasvezelverbinding.
Voordelen:
- Minder glasvezels nodig
- Lagere uitrolkosten voor de glasvezeloperator
- Gemakkelijker om uit te rollen op façade van gebouwen bijvoorbeeld in de steden
Glasvezel die op verzoek wordt aangelegd (FTTO) of massaal uitgerold (FTTH)
De netwerkoperator kan een onderscheid maken in zijn glasvezelinfrastructuur afhankelijk van het type klanten dat hij wil aansluiten.
Zo worden bedrijven in bedrijvenparken typisch gezien verbonden met een directe point-to-pointglasvezelverbinding, wat in dat geval “Fiber to the Office” of een FTTO-glasvezelnetwerk wordt genoemd. Deze glasvezelverbinding wordt enkel geïnstalleerd op uitdrukkelijk verzoek van de klant, waardoor dit duurder is dan een FTTH-aansluiting. Door de point-to-pointverbinding kunnen deze bedrijven dan ook de volledige capaciteit van de glasvezel genieten.
Woningen (maar soms ook bedrijven) worden op een andere manier aangesloten, namelijk met een “Fiber to the Home”- of FTTH-glasvezelnetwerk. Dit FTTH-netwerk kan zowel een point-to-point- of point-to-multipointnetwerktopologie zijn. Een netwerkoperator zal bij de uitrol van een FTTH-netwerk zelf kiezen op welke locaties hij dit glasvezelnetwerk uitrolt. Daarna stelt hij wijk per wijk een uitrolplan op, in afstemming met de bevoegde instanties.
Wanneer alle goedkeuringen verkregen zijn, zal de netwerkoperator in de verschillende straten pro-actief reeds de glasvezelverbinding installeren, ofwel ondergronds, ofwel op de façade van de woningen. Het laatste deel, de individuele aansluiting van de eindgebruiker op dit glasvezelnetwerk, gebeurt meestal op verzoek van de eindklant. Hiervoor kan de netwerkoperator een vergoeding vragen.
Wat zijn gedeeltelijke glasvezelnetwerken?
Een gedeeltelijk glasvezelnetwerk bestaat uit een glasvezelkabel tussen een centrale locatie en een lokaal verzamelpunt. Vanaf dit lokaal punt maakt vervolgens een niet-glasvezelverbinding de verbinding met de eindgebruikers. Deze niet-glasvezelverbinding is voor vaste verbindingen ofwel een koperpaar of een coaxkabel.
Gedeeltelijke glasvezelnetwerken met coax van Telenet, Voo NV en Brutélé
Het coax- of kabelnetwerk (of HFC-netwerk: Hybrid Fibre Coax) van Telenet, Voo NV en Brutélé is het televisiedistributienetwerk, dat werd aangepast zodat er ook internetverkeer in twee richtingen mogelijk is. Ook in deze netwerken is er een glasvezelverbinding tussen het centrale punt en het lokale verzamelpunt (het optisch knooppunt). Vanaf dit verzamelpunt vertrekt dan het coaxnetwerk naar de eindgebruikers.
Het coaxnetwerk verloopt via opeenvolgende taps (kleine afsplitsingen) waarop dan telkens een aantal klanten aangesloten zijn: dit zorgt ervoor dat het coaxtoegangsnetwerk gedeeld wordt met de buren, en de kwaliteit van de internetverbinding daar dus afhankelijk van kan zijn.
In tegenstelling tot het kopernetwerk is de maximale snelheid niet afhankelijk van de afstand tot het verdeelpunt. Het coaxnetwerk maakt net als glasvezel hoge snelheden mogelijk, momenteel aangeboden tot 1 Gbps. Hoewel een glasvezelnetwerk een nieuwere technologie is (met de mogelijkheden beschreven op de pagina “Mogelijkheden van glasvezel”), blijft ook de coaxtechnologie verder evolueren en voldoet een kabelnetwerk op dit ogenblik nog steeds aan de meeste bandbreedtenoden.
Gedeeltelijke glasvezelnetwerken met koper van Proximus
In België baat Proximus het enige gedeeltelijke glasvezel-kopernetwerk uit. Een glasvezelkabel vertrekt vanuit het centrale gebouw van Proximus (de LEX of de vroegere telefooncentrale) en verbindt deze met de lokale kabelverdelers in straatkasten (de KVD’s). Vanuit deze straatkasten vertrekt er een individueel koperpaar naar elke eindgebruiker, dat niet gedeeld wordt met andere klanten.
Dit glasvezel-kopernetwerk is een evolutie van het oude kopernetwerk bedoeld voor telefonie, waarbij de verbinding vanaf de LEX nog volledig in koper was. Door deze verbinding gedeeltelijk te vervangen door glasvezel, vermindert de totale lengte van de koperkabel en zijn er hogere snelheden mogelijk. Proximus levert op dit glasvezel-kopernetwerk een VDSL2-dienst, met downloadsnelheden tot 100 Mbps. De maximale snelheden die kunnen behaald worden zijn wel afhankelijk van de afstand van de woning tot het dichtstbijzijnde verdeelpunt (meestal de straatkast).
Het upgraden van dit netwerk kan nog hogere snelheden tot enkele honderden Mbps mogelijk maken, al zullen deze enkel bereikt worden voor locaties die dicht bij de straatkast gelegen zijn.
Het voordeel van glasvezel is dat het veel hogere snelheden mogelijk maakt, op veel langere afstanden tot het verdeelpunt. In de zones waar Proximus glasvezel uitgerold heeft, zal Proximus dan ook na verloop van tijd de diensten over het kopernetwerk stopzetten.